Paragrafen

Financiering

Kasgeldlimiet

De begrenzing van de renterisico’s op de kortlopende middelen vindt plaats door het bepalen van een kasgeldlimiet. Deze limiet is vastgesteld als een maximum percentage van het begrotingstotaal, dat met kortlopende middelen mag worden gefinancierd. De minister van Financiën heeft het percentage vastgesteld op 8,5.
In onderstaande tabel zetten we voor 2026 de kasgeldlimiet af tegen de verwachte ontwikkeling van de netto vlottende schuld.

Kasgeldlimiet (bedragen x € 1.000)

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

1. Begrotingstotaal

283.600

283.600

283.600

283.600

2. Vastgesteld percentage

8,50%

8,50%

8,50%

8,50%

3. Kasgeldlimiet (1 x 2)

24.106

24.106

24.106

24.106

4. Financieringsmiddelen

-6.000

-9.000

-3.000

-11.000

5. Ruimte kasgeldlimiet (3 + 4)

18.106

15.106

21.106

13.106

Renterisiconorm

De begrenzing van de renterisico’s op de gemeentelijke langlopende geldleningenportefeuille (zowel opgenomen als uitgezet) vindt plaats door het vaststellen van een renterisiconorm. Dit is het maximum percentage van het begrotingstotaal, waarvan de rente door herfinanciering of renteherziening mag worden gewijzigd. De minister van Financiën heeft het percentage vastgesteld op 20. Dit komt overeen met een gemiddelde rentevast-periode van vijf jaar. Stijgt de marktrente in een jaar sterk, dan werkt dat door in maximaal 20% van het begrotingstotaal.
In onderstaande tabel zetten we de norm af tegen de feitelijke situatie. De gemeente voldoet ruimschoots aan de risiconorm.

Renterisiconorm (bedragen x € 1.000)

2026

2027

2028

2029

1. Begrotingstotaal

283.600

274.500

265.150

267.800

2. Vastgesteld percentage

20%

20%

20%

20%

3. Renterisiconorm (1 x 2)

56.720

54.900

53.030

53.560

4. Renteherziening

0

0

0

0

5. Aflossingen

2.000

2.000

2.000

2.000

6. Renterisiconorm (4 + 5)

2.000

2.000

2.000

2.000

7. Ruimte(+)/Overschrijding(-) (3 - 6)

54.720

52.900

51.030

51.560

Krediet-/debiteurenrisico

Bij de krediet-/debiteurenrisico’s bestaat de kans op een waardedaling van een uitstaande vordering als gevolg van het niet (tijdig) nakomen van de verplichtingen door een debiteur. Debiteurenbeheer is gerelateerd aan reguliere bedrijfsactiviteiten van de gemeente. Door een goed invorderingsbeleid is het kredietrisico als laag te kwalificeren.
Daarnaast staan we garant voor het betalen van de rente en aflossingen van geldleningen van verschillende partijen. Hierbij maken we onderscheid in directe garantstelling of als achtervangpositie bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw WSW). Bij de achtervangpositie van het WSW staat de gemeente voor 50% garant. Stichting Woontij, Stichting Woonzorg Nederland en de Woningstichting Den Helder zijn aangesloten bij het WSW.
Voor Port of Den Helder NV geldt dat er nog een rekening-courant verhouding is, welke niet is meegenomen in het overzicht. Deze maakt wel onderdeel uit van de maximale garantstelling.

Er zijn instellingen waarbij een maximum is afgesproken voor wat betreft de garantstellingen, deze zijn als volgt:

  • Woningstichting Den Helder, met een maximum van € 250 miljoen
  • Port of Den Helder BV, met een maximum van € 13,3 miljoen
  • Scholen aan Zee met een maximum van € 13,25 miljoen en een looptijd van 15 juli 2019 tot en met 15 juli 2043 geldt.

Dit houdt in dat bovenstaande instellingen tot het door de gemeente vastgestelde maximum geldleningen kunnen aantrekken zonder tussenkomst van de gemeente. Uit de cijfers afkomstig van deze tabel blijkt dat bovengenoemde instellingen nog ruimte hebben ten aanzien van het gestelde maximum.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de gewaarborgde geldleningen per 31 december 2024.

Instelling (bedragen x € 1.000)

Oorspr.
bedrag

Gewaar-
borgd %

Schuld
01-01-2024

Schuld
31-12-2024

Woningstichting Den Helder

7.170

100

3.451

3.226

NV Huisvuilcentrale Noord-Holland

598.528

3,84

23.428

21.706

Noord West Ziekenhuis

6.000

100

3.600

3.000

Veiligheidsregio Noord-Holland-Noord

48.688

9

3.240

3.095

NV Port of Den Helder

26.300

100

12.826

11.801

Stichting Blijf van mijn Lijf

500

100

406

403

Scholen aan Zee

13.250

100

13.250

13.250

Subtotaal garanties zonder achtervang

700.436

60.201

56.481

Stichting Woontij

57.774

50

12.336

14.621

Woningstichting Den Helder

137.500

50

210.456

235.091

Stichting Woonzorg Nederland

6.349

50

3.152

3.726

Subtotaal garanties met achtervang WSW

201.623

225.944

253.438

Totaal

902.059

286.145

309.919

Opgenomen en aan te trekken langlopende geldleningen

In de begroting 2026 en de meerjarenraming 2027-2029 wordt op basis van het staande beleid en de raming van de investeringen rekening gehouden met nieuw aan te trekken langlopende leningen. Het betreft de volgende leningen:
2025: € 25 miljoen
2026: € 25 miljoen
2027: € 16 miljoen
2028: €  9 miljoen

Voor deze nieuwe leningen geldt dat gerekend is met een rentepercentage van 3% en dat de verwachting is dat de leningen zullen worden afgesloten met een looptijd van 10 tot 20 jaar.
Het feitelijk aantrekken wordt elk jaar beoordeeld op basis van de werkelijke liquiditeitsbehoefte.
De vraag is daarbij niet of er moet worden geleend, maar wel de exacte omvang en bij welke looptijd het gunstigste rente percentage kan worden verkregen.
In het overzicht langlopende geldleningen is rekening gehouden met de in 2025 aan te trekken nieuwe lening.

De gemeente heeft de volgende omvang van de leningportefeuille:

Opgenomen geldleningen (bedragen x € 1 miljoen)

31-12-2024

31-12-2025

Algemene financiering

€ 113,9

€ 137,8

doorverstrekte geldleningen (zie hierna)

€ 77,1

€ 78,2

Totaal

€ 191,0

€ 216,0

Einddatum

Restantbedrag 1-1-2025

Aflossing

Restant bedrag 31-12-2025

Rente

Rente

BNG

2031

11.000.000

0

11.000.000

0%

0

BNG

2036

15.000.000

0

15.000.000

0,58%

86.250

BNG

2041

12.750.000

750.000

12.000.000

0,19%

24.225

BNG

2041

12.750.000

750.000

12.000.000

0,19%

24.225

BNG

2041

18.000.000

0

18.000.000

0,44%

79.200

BNG

2041

15.000.000

0

15.000.000

0,66%

99.300

BNG

2046

15.000.000

0

15.000.000

0,58%

87.000

BNG

2046

15.000.000

0

15.000.000

0,69%

103.800

BNG

2051

13.500.000

500.000

13.000.000

0,36%

48.600

BNG

2053

15.000.000

0

15.000.000

2,83%

423.750

BNG

2051

15.000.000

0

15.000.000

0,51%

76.500

BNG

2061

15.000.000

0

15.000.000

0,58%

87.000

BNG

2071

20.000.000

0

20.000.000

0,59%

118.000

nieuw

2035/2045

0

0

25.000.000

3,00%

pm

Totaal

193.000.000

2.000.000

216.000.000

1.257.850

Verstrekte langlopende geldleningen

Per 1 januari 2025 hebben we € 67,2 miljoen aan verstrekte langlopende geldleningen uitstaan. Het betreft geldleningen verstrekt aan:

Uitstaande geldleningen (bedrag x € 1 miljoen)

31-12-2024

31-12-2025

Woningcorporatie

€ 45,0

€ 45,0

Willemsoord

€ 18,0

€ 18,0

Startersleningen (via Svn)

€ 6,2

€ 6,6

Woonleningen (via Svn)

€ 3,7

€ 4,5

Schouwburg De Kampanje

€ 2,0

€ 1,9

Alliander

€ 2,1

€ 2,1

Triade

€ 0,1

€ 0,1

Totaal

€ 77,1

€ 78,2

Begrotingsgegevens Europese Monetaire Unie (EMU)

Het EMU-saldo is het verschil tussen de inkomsten en uitgaven van de overheid. Een negatief saldo geeft aan dat de overheid een tekort heeft: de uitgaven zijn groter dan de inkomsten. Het EMU-saldo van de lokale overheden telt mee voor het saldo van de totale Nederlandse overheid en draagt daarmee dus bij aan het EMU-tekort of overschot van de landelijke overheid. In het Verdrag van Maastricht is afgesproken dat het EMU-tekort van een land maximaal 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) mag bedragen.
Op basis van de Wet FIDO behoort ingrijpen door de centrale overheid tot de mogelijkheden bij een dreigende overschrijding van het 3% EMU-tekort, voor zover dit wordt veroorzaakt door een ongewenste ontwikkeling van het saldo van de lokale overheden. Afspraak is dat het EMU-saldo in de begroting van de lokale overheden wordt opgenomen, zodat er inzicht is in de ontwikkeling daarvan.
Voor de begroting 2026 is het EMU-saldo € 37,6 miljoen nadelig. Dit nadeel wordt voornamelijk veroorzaakt door een hoog investeringsniveau. In de berekening van het EMU-saldo is rekening gehouden met de technische uitgangspunten, de uitkomsten van de meicirculaire (gemeentefonds) en de uitvoering van de voorstellen zoals die tot en met de begroting 2025 zijn vastgesteld.

Omschrijving

2025

2026

2027

2028

2029

Bedragen x € 1.000

(1)

(2)

(3)

(3)

(3)

Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)

-5.158

-1.371

1.010

1.122

2.453

Mutatie (im)materiële vaste activa

33.632

25.000

17.300

22.300

17.300

Mutatie voorzieningen

481

-1.183

-353

449

282

Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie)

-701

-954

-2.100

-2.500

-5.000

Verwachte boekwinst/verlies bij de verkoop van financiële vaste activa en (im)materiële vaste activa, alsmede de afwaardering van financiële vaste activa

0

0

0

0

0

Berekend EMU-saldo

-37.608

-26.600

-14.543

-18.229

-9.565

(1) volgens de primitieve begroting 2025

(2) volgens de begroting 2026

(3) volgens de meerjarenbegroting 2026

Rente-omslag
De gemeente Den Helder hanteert de methode van totaalfinanciering. Dat wil zeggen dat we niet per investering een lening aantrekken, maar dat we naar het totaal van verwachte inkomende en uitgaande geldstromen kijken bij het aangaan van externe financiering. De rente die we over de aangetrokken leningen moeten betalen, willen we evengoed wel doorberekenen aan de investeringen. Om dat te kunnen doen, berekenen we het rente-omslagpercentage. Dat is het saldo van betaalde en ontvangen rente (toe te rekenen rente) afgezet tegen de boekwaarde van de activa. Via dit percentage verdelen we vervolgens de toe te rekenen rente over de individuele activa.

Rente-omslag (bedragen x € 1.000)

a.

De externe rentelasten over de korte en lange financiering

3.547

b.

De externe rentebaten (idem)

-792

Saldo rentelasten en rentebaten

2.755

c1.

De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend

-115

c2.

De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld

0

moet worden doorberekend

c3.

De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke

-739

lening voor is aangetrokken (= projectfinanciering),

die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend

Aan taakvelden toe te rekenen externe rente

-854

d1.

Rente over eigen vermogen

0

d2.

Rente over voorzieningen

0

Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente

1.901

e.

De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag)

-1.882

f.

Renteresultaat op het taakveld Treasury

19

Boekwaarde activa 01-01

269.000

Rente-omslag (e/boekwaarde 1/1 2026)

0,7%

Deze pagina is gebouwd op 09/18/2025 12:43:28 met de export van 09/18/2025 12:32:57