Home

Financiële ontwikkeling

Algemeen

In het onderdeel financiële keuzes laten we zien hoe de begroting zich ontwikkelt sinds de vastgestelde begroting 2025 en meerjarenbegroting 2026-2028.
Opstelling van de begroting vindt vanzelfsprekend plaats binnen de wettelijke kaders. Het belangrijkste kader is de eis om een reëel en structureel sluitende begroting en meerjarenraming op te stellen en te laten vaststellen door de gemeenteraad.
Binnen dit kader gelden vervolgens de eigen beleidskaders van Den Helder voor de uitvoering van de wettelijke taken en de daarbij gemaakte eigen keuzes. Voor de begroting wordt elk jaar een volledige actualisatie uitgevoerd. Ook als de beleidskaders niet zijn aangepast, is het noodzakelijk om de begroting te actualiseren voor ontwikkeling van lonen en prijzen, nieuwe informatie over het gemeentefonds, wijzigingen in wetten, de zienswijze op de begroting van verschillende verbonden partijen en niet in de laatste plaats de uitwerkingen van eerder gemaakte keuzes in de eigen ambities. De begroting 2025 stond in het teken van 0een groot aantal maatregelen om de effecten van de lagere uitkering uit het gemeentefonds op te vangen. De vorig jaar en eerder gemaakte keuzes zijn nog van kracht en in een aantal gevallen wordt het effect hiervan volledig bereikt in de komende jaren.
De begroting 2026 is in opdracht van de gemeenteraad opgesteld als een beleidsarme begroting. Dit houdt in dat aanpassingen op grond van nieuwe afspraken geen onderdeel uitmaken van deze begroting. Hiervoor is een apart document, de eerste begrotingswijziging 2026, aangeboden aan de raad.
Voor de begroting 2026 zijn dezelfde uitgangspunten van kracht als voor de begroting 2025:

  1. Er wordt een reëel structureel sluitende begroting aangeboden.
  2. We streven naar kostendekkende tarieven voor de dienstverlening. Hierop wordt een uitzondering voorgesteld voor de afvalstoffenheffing.
  3. We maken optimaal gebruik maken van bijdragen van derden.

Er is financiële ruimte ondanks het niet dichten van het ravijn

Om de ruimte die is ontstaan te kunnen duiden moeten we eerst terug kijken naar de keuzes die in 2025 zijn gemaakt.
Voor de opstelling van de begroting 2025 waren er twee uitdagingen bepalend voor het aanbieden van een structureel sluitende begroting:

  1. Een daling van de uitkering uit het gemeentefonds van structureel € 6,6 miljoen;
  2. Een behoefte om nieuw beleid uit te kunnen voeren, gekoppeld aan de strategische vraagstukken van Den Helder.

De structureel sluitende begroting 2025 kwam tot stand langs de volgende stappen:
Saldo voor opstelling begroting:      € 2,8 miljoen nadelig
Nieuwe autonome ontwikkelingen:   € 3,6 miljoen nadelig
Ruimte vragers begroting 2025:      € 2,8 miljoen nadelig
Inkomstenverhogende maatregelen:   € 3,7 miljoen voordelig
Uitgaven verlagende maatregelen:   € 4,9 miljoen voordelig

In dit pakket zijn de lasten voor burgers en bedrijven met € 2.5 miljoen verhoogd bovenop de inflatiecorrectie. De realisatie van hogere inkomsten loopt nog door in de jaren 2026 en 2027. Dit betreffen: parkeren, anterieure overeenkomsten, dividend Port of Den Helder, dividend Luchthaven en provisie leningen Woningstichting.
De lijst met uitgaven verlagende maatregelen zijn deels als taakstellingen opgenomen en bevatte voor € 1,4 miljoen verlagingen die worden gekoppeld aan de daling van de uitkering uit het gemeentefonds. Daarmee ook met de suggestie dat als de verlaging niet doorgaat deze maatregelen niet per se hoeven te worden doorgevoerd.
Dit alles resulteerde in een begroting 2028 met een klein structureel voordeel van € 150.000. Bij dit pakket wordt aangetekend dat een deel van de maatregelen niet of in mindere mate nodig zijn als het rijk de gemeenten structureel tegemoet komt.

Effect voorjaarsnota Rijk/ meicirculaire op begroting 2025 en verder
De voorstellen uit voorjaarsnota van het Rijk waren onvoldoende om de daling van de uitkering het Gemeentefonds volledig te compenseren, maar bevatte wel drie positieve ontwikkelingen:

  1. Er is een tegemoetkoming van structureel €1,6 miljoen;
  2. Er is een tijdelijke ophoging van de budgetten voor Jeugd tot 2028;
  3. De trendmatige groei van het BBP en prijscorrectie hebben een positief effect op de begroting van structureel € 0,2 miljoen in 2028 en nog eens € 0,9 miljoen structureel in 2029.

Deze laatste plus kan gekoppeld worden aan nieuw te maken beleid of aan het terugdraaien van uitgaven verlagende maatregelen, of reserveren voor de oplopende onderhoudskosten. Inkomstenverhogende maatregelen zijn hiervoor niet geschikt, aangezien deze voor het grootste deel gekoppeld zijn aan kostendekkende tarieven.

Aanpassing begroting 2025 n.a.v. voorjaarsnota
De voorjaarsnota resulteerde in een voordelig effect van structureel € 1,1 miljoen.
Uit de doorrekening van de meicirculaire bleek vervolgens dat er vooral in 2028 en 2029 meer ruimte ontstaat. Voor 2029 is dit structureel € 1,1 miljoen meer. Uiteraard met een onzekerheid, stopt de groei van het BBP, bijvoorbeeld als effect van de tariefpolitiek van de Verenigde Staten dan zal deze ruimte ook vervallen. In de begroting 2026 is het zichtbare ruimte Dit is de zichtbare ruimte, omdat de begroting ook nog de afgesproken besparingsopdrachten bevat: De ruimte komt uit twee hoofdelementen:

  1. de voorjaarsnota/meicirculaire
  2. het structureel in stand laten van de taakstellingen.

Doorlopende opdrachten
In de begroting zit is een zogenaamde dubbelstrategie verwerkt. Er zijn besparingsopdrachten opgenomen en er wordt gewerkt aan ambities moet nieuw geld. Een deel van dit nieuwe geld is verkregen via subsidies van derden, deel komt uit reserves en een deel is vrijgemaakt binnen de begroting. Omdat de beide onderdelen ook de komende jaren actueel blijven een kort overzicht:
Besparingsopdrachten

  • in 2028 alsnog bezuinigen op de subsidies sociaal domein;
  • de organisatie vult nog voor € 260.000 efficiency in (€ 420.000 is gerealiseerd) en moet vermindering van taken voorstellen voor € 0,5 miljoen met een effect vanaf 2028;
  • de taakstelling op verbonden partijen moet nog worden ingevuld voor € 0,6 miljoen;
  • op jeugd en Wmo moet een uitgavenvermindering worden gerealiseerd die oploopt naar € 3 miljoen, los van de landelijke maatregelen in de hervormingsagenda.

Uitwerking ambities:

  • de investeringsagenda voor vervangingsinvesteringen
  • het maritiem cluster
  • de woningbouw agenda
  • verkeersprojecten met subsidietoezeggingen van rijk en de provincie Noord-Holland
  • het maatschappelijk vastgoed/opvangvoorzieningen
  • de impuls volkshuisvestingsfonds,
  • kansrijke buurten
  • gevelrenovatie
  • buurthuizen en de Hortus Overzee
  • Willemsoord en erfgoed
Deze pagina is gebouwd op 09/18/2025 12:43:28 met de export van 09/18/2025 12:32:57