Programma's

Algemene dekkingsmiddelen

Algemeen

De algemene dekkingsmiddelen bestaan uit de opbrengsten uit het gemeentefonds, de lokale belastingen en opbrengsten uit deelnemingen. Daarnaast worden in de algemene dekkingsmiddelen enkele stelposten gehanteerd voor nog niet in de programma's verwerkte lasten stijgingen. Dit betreft prijsstijgingen, toekomstige kapitaallasten, nog te verdelen middelen voor zogenoemde taakmutaties in het gemeentefonds en de post onvoorzien.
In dit onderdeel komen de volgende onderwerpen aan de orde: het gemeentefonds, de lokale heffingen, de deelnemingen, de financiering en de stelposten voor algemene baten en lasten.

Trends

In de algemene dekkingsmiddelen zijn er drie belangrijke ontwikkelingen:
- de uitkering uit het gemeentefonds volgt met vertraging de ontwikkelingen van de prijsstijgingen. Voor de intensiteit van de taken is er een koppeling aan het BBP. Voor beiden geldt dat deze methode onvoldoende aansluit op de werkelijkheid. De gemeenten zijn van mening dat zij te weinig gecompenseerd krijgen in de huidige systematiek
- de rente voor nieuw aan te trekken leningen is ruim 2% hoger dan het gemiddelde dat de gemeente betaalt over eerder aangetrokken leningen. Omdat de gemeente jaarlijks meer investeert dan er wordt afgeschreven werkt dit door in een steeds hogere gemiddelde rente voor de financiering van activa

Toelichting

Gemeentefonds

Gemeentefonds - Meicirculaire 2025
Het gemeentefonds is de belangrijkste inkomstenbron voor gemeenten. Het Rijk verstuurt circulaires om gemeenten te informeren over wijzigingen in het gemeentefonds en de verdeling van het geld over de gemeenten. Dit wordt 3 keer per jaar gedaan, in mei, september en december.
In de meicirculaire van het gemeentefonds is de jaarlijkse loon- en prijsindex bekendgemaakt. De compensatie is samen met de tariefcorrectie op de heffingen en belastingen voldoende. Hierbij geldt de kanttekening dat op onderdelen prijsstijgingen pas in de loop van het volgend jaar bekend worden.
De meicirculaire bevat niet een volledige demping van het zogenoemde 'Ravijn'. Het tekort wordt deels aangevuld en blijft voor bijna € 5 miljoen structureel in stand. De in afgesproken maatregelen in de begroting 2025 blijven voor het grootste deel nodig.
De meicirculaire is gunstiger dan de eerdere inschatting van de voorjaarsnota van het Rijk. De verschillen zijn:

  1. De exacte verdeling van de extra middelen in de voorjaarsnota van het Rijk voor de Jeugdzorg en de demping van het ravijn leveren structureel € 0,3 miljoen voordeel op
  2. Naast de vergoeding voor prijsstijgingen is er ook een toename van de uitkering door de groei van het BBP (bruto binnenlands product). Deze stijging wordt berekend op basis van een 8-jarig gemiddelde. Deze vergoeding levert een hogere uitkering van € 0,4 miljoen structureel op. Deze groei is mede bedoeld om stijgende kosten bij gemeenten door taakuitbreidingen te kunnen betalen
  3. De uitkering uit het gemeentefonds groeit in de jaren na 2026 . Deels is dit een na-ijlend prijseffect en deels door de landelijke ontwikkeling van de uitkeringsbasis. De uitkeringsbasis wordt gevormd door het aantal inwoners, woningen en uitkeringen. Als Den Helder relatief meer groeit zorgt dit voor een financieel voordeel. Dit werkt in 2026 nog negatief uit, en slaat na 2026 om in een voordeel. Het eindbeeld van de ontwikkeling vanuit het gemeentefonds is dat deze gunstig uitwerkt op het begrotingssaldo. De meicirculaire werkt uiteindelijk positief uit op het saldo 2029 voor structureel € 1,1 miljoen

Lokale heffingen

De lokale heffingen bestaan uit de onroerende zaakbelasting, toeristen- en forensenbelasting. Op de lokale heffingen is een inflatiecorrectie van 3,6% toegepast in overeenstemming met de technische uitgangspunten voor de begroting. Dit zorgt voor een stijging van de baten met € 560.000.  Naast de inflatie correctie is er specifiek getoetst of de tarieven wel volledig kostendekkend zijn. Een nadere toelichting op de lokale heffingen vindt u in de Paragraaf Lokale heffingen. In de paragraaf wordt apart ingegaan op de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Deze heffing maken onderdeel uit van programma 4.

Deelnemingen

Het betreft deelneming in de naamloze vennootschappen HVC, BNG Bank en Alliander. Daarnaast neemt de gemeente onder andere deel in de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Noord-Holland, de BV Willemsoord en de Port of Den Helder en de Luchthaven. In de meerjarenraming is rekening gehouden met het uitkeren van dividend door de Port of Den Helder.

Financiering

Voor de financiering van de bezittingen en activiteiten van de gemeente zijn er verschillende langlopende geldleningen en een pakket aan afspraken inzake de rekening-courant. Het beleid hiervoor is toegelicht in de paragraaf financiering.
De actuele ontwikkeling is dat nieuw aan te trekken geldleningen later worden aangetrokken dan eerder geraamd. De oorzaak hiervan is dat het moment van de daadwerkelijk investeringsuitgaven bij een aantal projecten later is dan in 2024 geraamd en er meer voorschotten van het Rijk zijn ontvangen dan verwacht. Dit werkt door in tijdelijk lagere rente lasten.

Algemene baten en lasten

In het onderdeel algemene dekkingsmiddelen zijn de posten opgenomen die later aan de programma's worden toegevoegd. Het betreft de extra gelden uit het gemeentefonds voor specifieke taken en twee besparingstaakstellingen. Dit betreft de verbonden partijen en aanpassing van de taakopvatting van de gemeente. Voor het onderdeel taakopvatting wordt in de 1e begrotingswijziging 2026 voorgesteld deze met twee jaar vooruit te schuiven.  
Ook zijn hier opgenomen de stelposten voor:
- prijsstijgingen in de kredieten welke ontstaat in de periode tussen verlening van het krediet en de feitelijke start van de uitgaven
- hogere onderhoudsuitgaven voor het beheer van de openbare ruimte in afwachting van de nieuwe beheerplannen en de groei van het areaal als gevolg van de uitbreiding van de openbare ruimte door het woningbouwprogramma.

Rekening

Begroting

Begroting

Meerjarenbegroting

Bedragen x € 1.000

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Algemene dekkingsmiddelen

Exploitatie

Lasten

9.759

4.927

3.280

5.003

6.037

7.106

Algemene baten en lasten

48

-129

-1.625

-660

208

1.299

Belastingen

682

751

736

736

736

736

Deelnemingen

5.699

153

117

134

150

134

Financiering

3.330

4.152

4.052

4.793

4.942

4.937

Baten

-179.245

-187.930

-192.800

-194.750

-191.688

-193.944

Algemene baten en lasten

-311

75

-302

-302

-444

Belastingen

-15.458

-17.079

-18.109

-18.109

-18.109

-18.109

Deelnemingen

-1.228

-1.188

-1.188

-1.288

-1.388

-1.388

Financiering

-3.287

-4.073

-3.826

-4.447

-4.864

-4.642

Gemeentefonds

-159.272

-165.279

-169.753

-170.605

-167.025

-169.361

Saldo exploitatie

-169.486

-183.003

-189.520

-189.747

-185.651

-186.838

Saldo van baten en lasten

-169.486

-183.003

-189.520

-189.747

-185.651

-186.838

Begroting

Meerjarenbegroting

2026

2027

2028

2029

Exploitatie

Technische financiële ontwikkelingen

-10.931

-9.317

-5.208

-5.405

Autonome ontwikkelingen

111

-207

78

-677

5.1 Meicirculaire 2025

519

-143

-219

-1.123

De meicirculaire 2025 biedt voldoende compensatie om de nog in het begrotingssaldo op te nemen indexatie op te vangen. Aangevuld met de al in de Kadernota 2026-2029 opgenomen voordelen, ‘demping terugval gemeentefonds’ en ‘tekorten Jeugdzorg voor rekening Rijk’ geeft de meicirculaire 2025 enige verlichting. Het eindbeeld is dat de ruimte in de begroting, na aftrek van de indexatie, vooral in 2029 toeneemt met structureel € 1,1 miljoen.

5.2 Financiering

-110

-154

-154

-154

De financieringspositie is opnieuw bekeken. Afgelopen jaar heeft de gemeente Den Helder extra gelden ter beschikking gesteld voor woon- en startersleningen. De gemeente heeft hiervoor een rekening courantverhouding met de Stichting Volkshuisvesting Nederland. De rentebaten die de gemeente over de nieuw ter beschikking gestelde gelden ontvangt, waren nog niet opgenomen in de begroting. Daarnaast is de rente op nieuw aan te trekken leningen 0,4% lager dan waarmee rekening is gehouden bij het opstellen van de begroting 2025.

5.3 Toename onderhoudslasten

300

400

500

600

De onderhoudsvraagstukken voor zowel de gebouwen, verschillende (sport)accommodaties als de openbare ruimte vergen meer middelen. Alvorens de de hiervoor benodigde budgetten beschikbaar worden gesteld zullen eerst de beheerplannen moeten worden afgerond en getoetst.
Voor het onderdeel vastgoed en accommodaties wordt rekening gehouden met een stijging van de onderhoudslast met structureel € 300.000 vanaf 2026.
Voor het onderdeel openbare ruimte geldt dat de opstelling van de beheerplannen voor de openbare ruimte nog niet is afgerond. Verwacht wordt dat de uitwerking hiervan een structureel hogere last veroorzaakt die vanaf 2027 oploopt naar 2029. Gerekend is met structureel € 300.000.

5.4 actualisatie investeringskredieten

-598

-310

-49

Voor de begroting 2026 zijn alle kapitaallasten geactualiseerd naar het moment waarop de kredieten worden besteed en vervolgens rente en afschrijvingen optreden. Het resultaat is dat er incidenteel minder middelen nodig zijn.

Saldo exploitatie

-10.820

-9.524

-5.130

-6.082

Totaal programma Algemene dekkingsmiddelen

-10.820

-9.524

-5.130

-6.082

Deze pagina is gebouwd op 09/18/2025 12:43:28 met de export van 09/18/2025 12:32:57