Home

Financiële ontwikkeling

Van begroting 2025 naar beleidsarme begroting 2026

De ontwikkeling van de begroting 2025 naar de beleidsarme begroting 2026 is in twee fasen tot stand gekomen. De eerste fase betreft de actualisatie die vóór de zomer, als onderdeel van de eerste tussenrapportage 2025, is vastgesteld. De tweede fase betreft de autonome ontwikkelingen die van invloed zijn op de begroting sinds de eerste tussenrapportage.

In het onderstaande overzicht worden beide fasen afzonderlijk gepresenteerd. Het resultaat van deze twee fasen vormt de beleidsarme begroting 2026.

Ontwikkeling programmabegroting

Meerjarenbegroting

Bedragen x €1.000

2026

2027

2028

2029

Primitieve begroting

781

-242

-149

-149

Eerste tussenrapportage 2025

-2.364

-2.807

-2.622

-3.038

Autonome ontwikkelingen

1.283

1.068

698

-82

Stand beleidsarme begroting 2026-2029

-300

-1.981

-2.073

-3.270

De autonome ontwikkelingen zijn in de onderstaande tabel nader uitgesplitst. Daarbij is de volgorde van de programma's aangehouden. Een toelichting op de afzonderlijke posten is opgenomen binnen de desbetreffende programma's.

Autonome ontwikkelingen

Meerjarenbegroting

Bedragen x €1.000

2026

2027

2028

2029

1.1 Kleinere bezetting college 2026

-68

0

0

0

1.2 Opzet regionale bedrijfsvoeringsorganisatie

216

62

0

0

1.3 Overige mutaties kleiner dan € 100.000

43

43

43

43

2.1 Vertraging invoering eigen bijdrage WMO

230

230

0

0

2.2 Zienswijze begroting GGD

150

150

150

150

2.3 Frictiekosten beëindiging subsidie vrijwillig landschapsbeheer

125

0

0

0

2.4 Overige mutaties elk afzonderlijk kleiner dan € 100.000

5

5

5

5

3.1 Bijdrage regionale (economische) ontwikkeling

285

285

285

285

3.2 Betaald parkeren

0

300

0

0

3.3: overige mutaties kleiner dan € 100.000

37

-15

-17

-15

4.1 Frictiekosten realisatie taakstelling beheerkosten zwembad

138

88

0

0

4.2 Vervangingsinvestering lichtmasten en verkeersregelinstallatie

0

104

102

100

4.3: overige mutaties kleiner dan € 100.000

36

23

51

27

5.1 Meicirculaire 2025

519

-143

-219

-1.123

5.2 Financiering

-110

-154

-154

-154

5.3 Toename onderhoudslasten

300

400

500

600

5.4 actualisatie investeringskredieten

-598

-310

-49

0

6.1 Incidenteel groter resultaat effciency organisatie

-24

0

0

0

Totaal autonome ontwikkelingen

1.283

1.068

698

-82

Niet volledig opnemen van BTW in de afvalstoffenheffing


Bij het opstellen van de begroting 2026 is gebleken dat de kosten voor de inzameling en verwerking van afval in 2025 sterk zijn gestegen. Door de hogere kosten is ook de toerekenbare BTW gestegen.

Zoals ook toegelicht in de paragraaf lokale heffingen is het een keuze om te bepalen of en hoeveel van de toerekenbare BTW aan de tariefberekening wordt toegevoegd. Als de stijging van de BTW wel wordt verwerkt stijgen de tarieven sterker én neemt het saldo van de begroting direct met € 218.000 toe.
Omdat de begroting een voordelig resultaat laat zien én omdat het tarief voor de afvalstoffenheffing al met 4,8% stijgt, wordt voorgesteld om de stijging van de toerekenbare BTW niet op te nemen in de afvalstoffenheffing.

Heroverweging cofinanciering (nieuwe) initiatieven


De gemeente neemt met enige regelmaat deel aan initiatieven met of van derden, en financiert in sommige gevallen dan ook een deel van de kosten (middels cofinanciering). Bekende voorbeelden hiervan zijn de Regiodeal, de bijdrage voor de woningbouwimpuls, initiatieven in het Maritiem Cluster, de middelen uit het volkshuisvestingsfonds en subsidies voor verkeersveiligheid.

De gemeente beoordeelt per initiatief of het initiatief bijdraagt aan de door de gemeente gestelde doelen en of het past binnen de programmabegroting. Financiering van deze initiatieven kan ertoe leiden dat er minder uitgegeven wordt aan eigen projecten of dat er een aanvullende budgettaire vraag aan de raad wordt voorgelegd.
In de komende periode zal worden uitgewerkt of en welke reserves kunnen worden vrijgemaakt voor dit soort initiatieven. Dit kan bijvoorbeeld omdat deze reserves nu geen programmering van uitgaven hebben of omdat nieuwe uitgaven niet passend zijn bij het doel. Daarnaast wordt gekeken of toekomstige rekening overschotten ingezet kunnen worden voor cofinanciering.

Weerstandsratio en solvabiliteit


De paragraaf weerstandsvermogen gaat in op de financiële risico's en toont de weerstandsratio en solvabiliteit van de gemeente.

De weerstandsratio is een financieel kengetal dat aangeeft in hoeverre de gemeente in staat is om onverwachte financiële tegenvallers op te vangen. Een ratio groter dan 1,0 geeft aan dat de tegenvallers opgevangen kunnen worden. Op dit moment is de weerstandsratio van de gemeente in zowel de begroting als de meerjarenraming groter dan 1,0.
De solvabiliteit is een financieel kengetal dat het eigen vermogen uitdrukt in het totaal van het eigen en vreemd vermogen en geeft aan in welke mate de gemeente in staat is om haal haar verplichting te voldoen met eigen vermogen. Een solvabiliteit onder de 20% geeft aan dat de financiële weerbaarheid zwak is. Op dit moment is de solvabiliteit van de gemeente 18,4%.
Als onderdeel van het vreemd vermogen zijn leningen aangetrokken die zijn doorgeleend aan derden met voldoende zekerheden. Deze leningen passen bij het publiek belang dat Den Helder heeft bij het goed functioneren van de betreffende instellingen. Gecorrigeerd voor deze doorgeleende gelden bedraagt de solvabiliteit 23,5%.
De komende jaren zal de solvabiliteit dalen richting 20% als gevolg van de investeringen zoals opgenomen in het Meerjaren InvesteringsProgramma (MIP).

Deze pagina is gebouwd op 09/18/2025 12:43:28 met de export van 09/18/2025 12:32:57